Werknemers mogen de wettelijke vakantiedagen meenemen naar het volgende jaar, maar vóór 1 juli van dat jaar moeten ze opgenomen zijn. Bovenwettelijke vakantiedagen mogen ze wel sparen. Die dagen mogen maximaal 5 jaar blijven staan.
Wettelijke vakantiedagen die de werknemer niet heeft opgenomen, vervallen een half jaar na het kalenderjaar waarin hij deze heeft opgebouwd. Vakantiedagen die iemand bijvoorbeeld in 2021 heeft opgebouwd, vervallen op 1 juli 2022. Bij cao of schriftelijke overeenkomst kan een ruimere vervaltermijn zijn overeengekomen. De werkgever kan de werknemer hierover informeren.
Vakantiedagen vervallen, tenzij…
In artikel 7:640a BW is bepaald dat de wettelijke vakantiedagen zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven vervallen, tenzij de werknemer de vakantie niet heeft kunnen opnemen:
De aanspraak op het minimum, bedoeld in artikel 634, vervalt zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven, tenzij de werknemer tot aan dat tijdstip redelijkerwijs niet in staat is geweest vakantie op te nemen. Bij schriftelijke overeenkomst kan ten gunste van de werknemer worden afgeweken van de termijn van zes maanden, bedoeld in de eerste zin.
De werkgever moet de werknemer dus de kans geven de wettelijke vakantiedagen nog voor 1 juli op te nemen. Wijs werknemers tijdig op de gevolgen wanneer ze dat niet doen: het verliezen van de vakantiedagen.
Recente reacties